Er zijn weters en doeners!

Over filosofie in Oost en West. Op het eerste gezicht lijkt het woord filosofie erg gewichtig.

Vroeger dacht ik dat je geleerd moest zijn om filosofie te kunnen begrijpen. Ik dacht: vele dikke boeken diepzinnig bestuderen en op den duur wordt je dan een goede filosoof. Nu begrijp ik dat er twee soorten filosofen zijn in de wereld: weet-filosofen en doe-filosofen.

De weet-filosoof is degene die in zijn studeerkamer en op school kennis vergaard hoe andere mensen over het leven denken. Hij streeft naar kennis over het leven. De doe-filosoof houdt zich bezig met het leven zelf. Hij streeft naar wijsheid om het leven te kunnen beleven.

Hiermee hebben we meteen het verschil te pakken tussen een Westerse en Oosterse manier van denken en leven.

In het volgende verhaaltje wordt de benaderingswijzen van Oost en West wellicht duidelijker: ‘Een bekend geleerde kwam bij de Oosterse leraar Nan-In om Zen filosofie te leren. De leraar, die zeer bekwaam is in de kunst van het theeschenken, schonk een grote kop voor hem in, maar blééf doorschenken toen de kop allang vol was. Op een gegeven moment kon de professor zich niet meer inhouden en zei “De kop is meer dan vol, er gaat niets meer in!”.

“Zoals deze kop”, zei Nan-In, “is ook jouw hoofd vol van meningen en illusies. Hoe kan ik met je praten als je niet leert je hoofd leeg te maken?’ Geleerdheid en wijsheid zijn dus twee aparte begrippen, die niet samen hoeven te gaan. Voor het verkrijgen van wijsheid is de praktijk een onmisbaar gegeven.

De “weters’ slaan kennis op en na verloop van tijd krijgen ze hiervoor een diploma. Bezitten ze dit dan zijn ze voor de rest van hun leven filosoof. Deze filosofie biedt echter geen enkele garantie of men zichzelf (en anderen) hiermee gelukkig of gezond kan maken.

De “doeners”hebben het moeilijker. Zij leren voor zichzelf en zijn nooit uitgeleerd. De moeilijke situaties van alle dag vormen de test hoe goed hun filosofie op dat moment is. Wat voor vandaag de juiste oplossing is, kan voor morgen niet meer opgaan. De Chinese natuurfilosofie, de Taoïstische leer is gebaseerd op leren door ervaring en daarmee een doe-filosofie. Weet-filosofen vergaren hun kennis in de collegebanken.